Wat je aanpakt weegt licht

De vloek van een goed functionerend team is dat de organisatie daarvan vindt: die kunnen dit en dat best erbij hebben. De zegening van een goed team is dat de organisatie daarin meestal wel een punt heeft. Dat gezegd hebbende, mijn team was niet blij toen we de opdracht in onze mik geschoven kregen om een bedrijfskritische legacy applicatie door te lichten. We hebben ons werk voor die applicatie lange tijd zo ver mogelijk naar achteren geschoven. Maar enkele Sprints terug was het dan toch zo ver. En eerlijk gezegd: het viel alleszins mee.

De standaard versus de business

Onze business volgt de QTI-standaard, maar ze gebruiken niet alles. Zo bestaat er - op dit moment - nog geen behoefte om Items te construeren die uit meerdere rijen bestaan. Bij het modelleren van ons domein werden we voor een keus gesteld: volgen we de QTI-standaard bij het uitschrijven van ons model? Of leggen we alleen vast wat de business nodig heeft, en laten we ons eigen model daarmee afwijken van de standaard? Concreet: ondersteunen we meerdere rijen of niet?

Legacy code en Test-Driven Development

TDD gaat over het toevoegen van nieuwe features - per definitie. Immers, wie tests toevoegt voor bestaande code is niet test-driven aan het developen. Maar de meeste ontwikkelaars werken helemaal niet aan greenfield-applicaties. Ze slepen zich dag na dag, week na week door het moeras dat we legacy code noemen. TDD lijkt te zijn weggelegd voor de lucky few onder ons die nieuwe applicaties mogen ontwikkelen. De rest van ons mag ploeteren in bestaande drek. Maar die conclusie gaat toch niet helemaal op.

Eindgebruikers horen

De snelste weg naar tevreden gebruikers, is door goede software te bouwen die doet wat het moet doen. Dat klinkt makkelijk en dat is het niet. Waarom niet? Omdat software bouwen niet een kwestie van bouwen alleen is. Als dat zo zou zijn, dan zou de beste softwareontwikkelaar een mensenschuwe programmeur zijn, iemand die je het best met rust kunt laten, terwijl ‘ie als een razende specificaties omzet in code.

To polyglot or not to polyglot

Laten we aannemen dat sommige programmeerproblemen zich meer voor objectgeoriënteerde talen lenen, en andere meer voor functionele. Is het dan niet logisch om de taal te kiezen die het best bij het probleem past? Het antwoord op die vraag is: ja en nee. Ja, het is verstandig om the right tool for the job te kiezen - dat is een open deur. Maar zelfs als we aannemen dat de ene taal zich beter leent voor het probleem, is het maar de vraag of het verstandig is dat jij die taal nu inzet om dat probleem op te lossen.

Vijf haiku's over software ontwikkelen - Vol. 4

De klant heeft altijd / gelijk. Totdat je bouwt wat / de klant voorstelde.

Eén test per keer

Ik hou niet van programmeerboeken die van me vragen dat ik onder het lezen code schrijf. Daar kan zo’n boek niks aan doen, ik houd er nu eenmaal van om een boekje op de bank te lezen, ver weg van mijn laptop. Voor één boek maak ik een uitzondering, en dat is Learning Test-Driven Development van Saleem Siddiqui. Dat boek draait namelijk niet om het eindproduct, de code. Het draait om het proces.

Aansluiting (z)onder emoties

Onlangs mocht ik getuige zijn van een mooi moment. In een video-opname van een coachingsgesprek, zei de coachee van één van mijn medecursisten, met een verwonderde trilling in haar stem: “Goh, zo had ik het nou nog nooit bekeken.” Haar coach stelde toen de vraag die, denk ik soms, wordt gezien als de heilige graal onder de coaches(-in-opleiding?): “Wat voel je daarbij?”

Agile en Test-Driven Development

De meeste ontwikkelaars (waaronder ondergetekende!) schrijven als volgt code. Ze bekijken de specificaties en beginnen vervolgens te klungelen. Dat duurt een tijd, totdat ze iets hebben wat werkt. Of dat zo is, verifiëren ze middels handmatige tests. Pas als de code werkt als bedoeld, schrijft men - als het goed is! - een reeks geautomatiseerde tests. Het is een hardnekkig misverstand dat TDD deze praktijk van software schrijven omdraait: eerst de geautomatiseerde tests (meervoud!) schrijven, en dan pas de productiecode. De werkelijkheid ligt wat genuanceerder.

Blog #100!

Een minimijlpaal: dit is mijn honderste blog! In krap een jaar heb ik 80.168 woorden over softwareontwikkeling geschreven, gecategoriseerd onder 112 tags. Het leek me een mooi moment voor een knap staaltje navelstaren, met hier en daar een snuifje zelfpijperij. Bij dezen: tien blogs waar ik met iets van plezier op terugkijk.