Twee sonnetten

Carmen codico-philosophicus

Voor mij eindigt de wereld niet
bij het ware of onware,
maar in een ledig grijs gebied
waar je geen ding kunt ontwaren.

Dat terwijl voor die drommels geldt:
menig uitstap resulteerde
bij uitzond’ring teleurgesteld
in ’t ongedefinieerde.

De grenzen van Java, kerel,
zijn de grenzen van mijn wereld.
Daarom kan ik leven met null.

Maar ’n JavaScript-ontwikkelaar
z’n wereldje vind ik maar naar.
Want undefined, da’s flauwekul.



Fabels

De codecompiler vertaalt steeds
de veelvoud aan variabelen
en functies in eenduidige reeks-
en nullen-enen, schrijft fabels in

computertaal die processoren
zwetend doen zuchten op zoek naar
zwoele afkoeling, reactoren
smelt zijn codepoëzie zomaar

zonder pardon. Wie zoveel reken-
kracht vraagt weet wat hij verlangt van zijn
slaaf, zo iemand vindt crashes een teken:
ikke zo groot, machientje zo klein.

Is het niet moeilijk dichter te zijn
bij een CPU z’n zielepijn?

poëzie